Het is mijn grootste passie mooie dingen te maken en anderen daarmee te ontroeren. Misschien noem ik mezelf daarom ook wel Vermakelaar in Ontroerend Goed. Een grapje wat ooit ontstaan is omdat als ik in Breda mijn achternaam uitsprak men altijd vroeg of ik familie was van de makelaar. Gezien ik al van jongs af aan met het vermaken van mensen bezig was, was deze woordgrap snel gevonden. Het spelen met taal maakt “an sich”ook deel uit van mijn passie.
Ultiem geluk streef ik niet meer na. Daarvoor ben ik denk ik niet ongeschonden genoeg meer, maar dat moet iets met verlichting te maken hebben. Inmiddels neem ik genoegen met tevreden gasten of enthousiast publiek.
Mijn grootste angst is dat het onvermijdelijk is dat onze maatschappij steeds minder die is die ik me herinner of die waarvan ik ooit durfde dromen, maar dat we genoegen moeten gaan nemen met dat wat binnen de mogelijkheden ligt. Dat veronderstelde verworvenheden en beschaving plaats moeten maken voor intolerantie, populisme en onbeschoftheid. Dat we het accepteren dat er “voor onze bestwil” camerabewaking is in plaats van een samenleving met het inmiddels spreekwoordelijke touwtje uit de brievenbus.
Het gelukzaligste gevoel krijg ik bij mijn bezigheden van het waarachtig ontroeren. Of het nu is met een woord, een zin, een stuk tekst, een compositie, een lied, een scene, een beeld, een gerecht of een spijs-drank combinatie.
Als ik niet lekker in mijn vel zit. Als het me niet lukt om mijn verdriet, mijn frustraties en ongenoegens te laten overschaduwen door wat werkelijk mooi is, kan ik neerslachtig en koppig zijn. Juist dan moet ik bewust niet kiezen voor vluchtgedrag in welke verslaving dan ook, want dan kan ik destructief worden. Ik kan dan ook een hautaine indruk maken en zelfs arrogant gedrag vertonen.een façade die ik mezelf heb aangemeten om desolate periodes te overleven, maar die me zeker geen mooier mens heeft gemaakt.
Mijn grootste valkuil is misschien wel dat ik altijd alles tegelijk wil doen. Ik kreeg, toen ik puber was altijd al te horen van de zogenaamd verstandigere volwassenen dat ik niet de juiste prioriteiten stel. Misschien hadden ze gelijk, maar als ik het door hen als juist bestempelde pad had bewandeld, was ik nooit de persoon geworden die ik nu ben.
Ik lieg bij voorkeur niet. Toch zeg ik niet dat ik nooit gelogen heb. Soms loog ik wellicht niet eens bewust. Mijn jeugd was in zekere zin een leugen. Dat wat me voor waar werd voorgehouden blijkt nog altijd steeds minder waar te zijn. Wel zet ik, naar goed voorbeeld van één van mijn dierbare jeugdvrienden, de waarheid zo nu en dan in een zo gunstig mogelijk licht. Ooit zei deze zelfde vriend me, op een verlicht moment in duistere tijden, dat je een mooi verhaal nooit en te nimmer moet verpesten met zoiets banaals als de waarheid.
Eigenlijk heb ik geen echte helden omdat de meeste mensen die ik erg waardeer om de mooie dingen die ze hebben gedaan ook een tegenkant hadden. En misschien is dat maar goed ook. Gelukkig was Jacques Brel erg onaardig voor zijn vrouw en kinderen, anders was hij misschien wel God geweest en ik houd nog altijd vast aan een geloofsovertuiging die het midden houdt tussen agnost zijn en atheïsme. De meeste van wat je mijn helden zou kunnen noemen, hebben het tijdelijke al geruime tijd geleden met het eeuwige verenigd. Enkelen ervan zijn nog in leven. Herman van Veen, Huub van der Lubbe en Gerard van Maasakkers komen voor mij wel erg dicht bij een heldenstatus en dat geld ook voor een aantal grootheden uit de Bretonse scene en zij die het moderne Franse- en Vlaamse chanson vertolken. Alan Stivell, Gilles Servat, Hannelore Bedert, Francis Cabrel, en vele anderen.
De momenten dat je speelt voor een publiek dat niet luistert, of kookt voor een gezelschap dat niet proeft, snijden door de ziel. Het is afschuwelijk als mensen het elkaar onmogelijk maken om te kunnen genieten van het gebodene door elkaar precies op het verkeerde moment te belasten met hun ego. Ik kan daar helaas talloze voorbeelden van opdissen die in mijn geheugen staan gegriefd en die me in zekere zin een teleurgesteld mens hebben gemaakt. Toch vind ik nog steeds ergens de kracht en de motivatie het te blijven proberen.
Reizend met een groep Nederlandse semi-professionele theatermakers waarmee we op Italiaanse pleinen de Commedia Dell’Arte speelden kwamen we denk ik, zonder het ons op dat moment echt te beseffen, het dichtst bij wat ik zie als de essentie van kunst. Het werd niet van ons verwacht, het was oprecht, het had zo goed als geen pretentie, maar het ontroerde en verbaasde. Ik heb naderhand nog heel wat optredens gedaan waarbij mooie momenten waren. Voor sommige mensen uit mijn publiek heb ik onvergetelijke en misschien wel bepalende momenten gecreëerd. Deze momenten koester ik met een zekere mate van trots. Ook met sommige van mijn liedjes of mooie zinnen er uit ben ik redelijk tevreden, maar ik besef me ter degen dat het altijd beter kan.
Als ik de uitspraak ‘Passie Pensioneert Nooit’ hoor, besef ik me dat het me onmogelijk lijkt om, op welk moment dan ook, ineens niet meer de aandrang te voelen om te scheppen. Laat staan op een door een ander bepaald moment. Als je 67 wordt of zo. (Of tegen die tijd misschien wel 76) Eigenlijk alles wat ik ervaar, of ik het nu zie, (aan)voel hoor of op een andere manier gewaar word, is inspiratie.
In zekere zin ben ik best tevreden met mezelf, maar ik sport niet alleen om fit te blijven, maar zeker ook omdat ik nog steeds overgewicht heb. Ik vind mezelf zo nu en dan te lui ondanks dat ik heel hard kan werken. Ik merk dat ik bij tijd en wijle onvoldoende aandacht besteed aan de dingen die juist mijn aandacht behoeven. en dan bedoel ik zowel mijn partner als de boekhouding. Ik kan heel goed luisteren en er voor anderen zijn, maar ook daarin vind ik lang niet altijd de juiste balans. Met name mijn time-management laat ernstig te wensen over.
Ondanks dat ik niet het idee heb dat “de markt” mijn concept al echt omarmd heeft, en ondanks het feit dat het naar mijn idee ook nog lang niet uitontwikkeld is, is denk ik mijn totaal-belevings-concept; De zingende oesterman, mijn grootste professionele prestatie tot nu toe. Ik combineer hier mijn muziek en theater maken met vertelkunst, culinair genieten en culturele en antropologische aspecten op een zo toegankelijk mogelijke manier.
Ik denk dat ik overal ter wereld zou kunnen leven en werken, maar als ik mag kiezen toch bij voorkeur in een land waar je vaker teenslippers draagt dan mutsen en sjaals. Ook denk ik dat het voor mijn veiligheid noodzakelijk is dat ik niet in een regime terecht kom waar je je mening niet mag uiten. Bij wijze van spreken wil ik in mijn blote kont in mijn tuin kunnen roepen wat ik vind zonder daarmee mijzelf of zij die mij lief zijn in gevaar te brengen.
Materieel gezien is denk ik mijn “accordeon collectie” momenteel mijn meest waardevolle bezit, al gebied de eerlijkheid te zeggen dat geen van deze vijf instrumenten in tact is en aan allemaal iets mis is. Helaas kan ik het me nog niet veroorloven een wel goed functionerend instrument te kopen of een van de accordeons afdoende te laten herstellen, als dat überhaupt nog mogelijk is. En dat geldt ook voor mijn gitaren.
Ik heb een beetje een hekel aan het begrip authenticiteit gekregen, zoals dat wel vaker gebeurt bij mij als een de lading dekkend begrip ineens te veel in de mode raakt, maar het is vrees ik wel mijn meest markante karakteristiek.
Sinds ik in Nijmegen woon is het natuurgebied de Ooypolder een plek waar ik graag vertoef en waar ik zo nu en dan tot rust kom en mijn ideeën laat bezinken. Maar goed dat kan ik minstens net zo goed op een Bretons strand, in de Italiaanse Marche of in de bergen van de Auvergne.
Ik heb niet echt een favoriete plek om te eten of te drinken buitenshuis. Dat is voor mij afhankelijk van vele factoren. Soms heb ik zin in haute cuisine en het ander moment juist in een boterham met pindakaas. Ik kan enorm genieten van een mooie single malt whisky, maar op andere momenten is een glas water precies waar ik behoefte aan heb. En zo is het ook met etablissementen. Het ene moment zul je me vinden in een stamcafé en het andere moment in een meesterschenkerij, iets wat in Nijmegen trouwens samen kan gaan. En ook in de etende horeca zal ik de ene keer kiezen voor een eetcafé en de ander keer voor een sterrenzaak. Wel zal het altijd een zaak zijn waar mooi eten wordt bereid. En als ik het me niet kan permitteren zal ik eerder thuis blijven dan concessies doen.
Op de Mavo las ik expres te moeilijke Franse boeken voor mijn lijst. Mijn vader had daar vooral lol in geloof ik achteraf. Ik denk niet dat ik destijds echt veel begreep van de werken van Jean Paul Sartre, Simone de Beauvoir en Albert Camus maar ik had een goed geheugen en mijn vader kon erg goed vertellen. Later las ik Macabru, een fictief levensverhaal geschreven door de historica Hanny Alders, gebaseerd op de geschiedenis van een troubadour die echt geleefd heeft, dit boek heeft me zeer geïnspireerd. Terwijl ik het las was ik, niet geheel toevallig, regelmatig ook op plaatsen waar het boek zich afspeelde. Ook “De triomf van de verschroeide aarde” van Thea Beckman. Maar ook klassiekers als “On the road” van Jack Caroack en “De lessen van Don Juan” van Carlos Castaneda, wat ik las terwijl ik met de Commedia reisde in Italië. Verder boeken van Gabriël Garcia Marcez als Honderd jaar eenzaamheid, Liefde in tijden van Cholera, maar ook “De Wetten” van Connie Palmen, de Junival van Jan Wolkers, Ik Jan Cremers, 1984 en Animal Farm (Profetischer dan ik ooit had vrezen te dromen) van George Orwell en meer van die boeken die je toen moest lezen om mee te kunnen praten als het niet al verplichte kost was op school.
‘You Only Die Once’ Als ik alle muziek die ik nog zou willen beluisteren op mijn laatste dag achter elkaar afspeel, zou ik denk ik nog minstens een maand langer leven. Alleen al het voltallige oeuvre van Bach zou ernstig levensverlengend werken. Het adagio van Antonio Albinoni zou niet mogen ontbreken en Le Pays van Dan Ar Bras, gezongen door Gilles Servat, wat Gaïta-deunen en gefluit van Carlos Nuñez, natuurlijk iets van Alan Stivell, de grote meester Jacques Brel en zijn vriend Léo Ferré mogen niet ontbreken. Ook zou ik wat Vlaams chanson willen horen als het dan wat ontoepasselijke “hier is ‘m terug” van Wannes van de Velde en hopenlijk wordt er nog iets geschreven wat ik tegen die tijd op die dag niet zal willen missen.
Bij het antwoord op de vraag wie mijn held of heldin in fictie is, strijden Asterix en Obelix om voorrang. Ik heb genoten van de manier waarop deze uit mijn Bretagne afkomstige helden humoristisch educatief waren.
In real life zou ik met mensen als Johannes Buziau, Jim Morrison, Wannes van de Velde, Jacques Brel, Pabli Picasso, Michelangelo Buonarotti wel eens een borrel hebben willen drinken. Maar helaas leefden zij allemaal niet meer toen ik er toe in staat was geweest.In iedereen die hen ook als inspirators ziet en als mecenassen van de schone kunsten zie ik een soort van verwantschap. In Nederland waardeer ik momenteel mensen als Wende Snijders en Huub van der Lubbe enorm omdat ze hun eigen weg gaan en mooie dingen maken. Ik weet veel te weinig van film. Ik kan me de bioscoop al jaren niet veroorloven en wat ik aan films op TV heb gezien was achteraf vaak tijdverspilling. Ik vond “a room with a vieuw” heel mooi, al zou ik moeten opzoeken waar die ook weer over ging.
Om te Creëren heb ik niet zo bar veel middelen nodig, maar om dat wat ik heb bedacht of op papier heb gezet te laten klinken zoals het is bedoeld, ontbreken te allen tijde de middelen. Dus ‘De Financiële Vrijheid om te Creëren” heb ik niet.
Kunst in de ruimste zin des woords is mijn leven en werk. Alles draait om muziek, theater, woordkunst, kookkunst, levenskunst en beeldende kunst. Niet in de laatste plaats omdat in het ludische alleen de liefde kan worden benaderd en geëerd.
Mijn grootste fan is denk ik mijn zus. Op de voet gevolgd door mijn partner. Deze twee vrouwen zijn met mijn dochter, met wie ik tot mijn groot verdriet nauwelijks contact heb, de belangrijkste mensen in mijn leven. Of beter gezegd, de enige reden dat ik nog besta.
Ik heb onlangs auditie gedaan bij een theatergroep die middels theater duidelijk maakt hoe een nieuwe aanpak ik het jeugdwerk werkt. In maart ga ik met hen aan de slag en daar kijk ik erg naar uit.
In mijn professie zou ik mensen als Huub van der Lubbe, Herman van Veen, Wende Snijders, Frederique Spigt, Claudia de Breij en ga zo maar door, graag willen ontmoeten in 2017 of later. En dan niet als fan, maar als collega en bij voorkeur met de bedoeling samen iets te maken of te gaan doen op een podium.
Ik ben ondanks dat ik me op het moment aan het omscholen ben tot kok, omdat ik in de huidige conjunctuur niet meer van mijn artistiek product kan leven, nog altijd aan het optreden. Zodoende kun je mij en mijn werk zien op tal van gelegenheden. Komend weekend sta ik op de Zeester in Nijmegen in het programma Culturia. De dinsdag er na zing ik een Frans chanson van eigen hand in LUX. Het weekend voor Valentijnsdag sta ik als zingende oesterman in winkelcentrum de Molenpoort. Via mijn Facebook pagina’s, mijn website en mijn blog houdt ik de buitenwereld op de hoogte van mijn activiteiten.
Mariska Petrovic lijkt me wel een geschikte kandidaat voor deze queeste.
Ik ben te mailen op ontroerend-goed@live.nl en te bellen op +31645829017
Dit is een bericht van Passie Pensioneert Nooit founder Peter de Kuster
Maak een Proefrit in jouw Droomjob en Creëer een Leven en Werk waar Jij van Houdt en Nooit van Wil Pensioneren.
Ja, jij kunt een gooi doen naar jouw droomjob zonder jouw huidige job, levensstijl of onderneming te riskeren. In Proefrit in jouw Droomjob zul je ontdekken hoe het ontmoeten van een mentor die jouw droomjob heeft, van een gesprek tot een uurtje tot daadwerkelijk een paar dagen samenwerken met de mentor jou zal inspireren om jouw eigen verhaal te versterken over jezelf en jouw creatieve droomjob die jij altijd wilde. Het kan de eerste stap zijn om die droomjob waar te maken
Revolutionair en praktisch, deze hands – on class ontworpen door Peter de Kuster – de oprichter van Passie Pensioneert Nooit zal bijdragen dat jij met jouw passie jouw geld verdient wanneer je leert om:
- Een “Proefrit in jouw Droomjob” voor jezelf in elke creatieve onderneming te maken
- De vaardigheden op te bouwen en de kennis te vergaren die jij nodig heb om aan jouw nieuwe creatieve onderneming te beginnen
- De angst om te veranderen te overwinnen
- Een ontslag of andere onvrijwillige verandering in de kans van jouw leven te veranderen
- Een droomjob te ontwerpen die nog niet bestaat
- Een geleidelijke, veilige overgang te managen van jouw huidige job of onderneming naar jouw droomjob
- Financiële risico’s te minimaliseren wanneer je met jouw nieuwe moedige leven start
“The secret of success is making your vocation your vacation – Mark Twain”
Door alle generaties heen hebben mensen al een Proefrit in hun Droomjob gemaakt. Bij architecten, kunstenaars, schrijvers, designers, reclamemensen, koks en acteurs bijvoorbeeld is het de normaalste zaak van de wereld. Wel is het iets dat vooral bij de start van een loopbaan wordt gedaan. Terwijl je het altijd kunt doen om je beeld bij wat je doet en wilt doen met je passie voor je werk aan te scherpen door zij aan zij te werken met iemand die jouw rolmodel is.
Ik ben jaren geleden begonnen iedereen die op zoek was naar een praktische invulling voor hun droomjob te adviseren een Proefrit in jouw Droomjob te maken. 1, 2, 3 dagen echt werken met iemand die jouw droomjob heeft. Of gesprekken van een paar uur met hen. Bijna iedereen die een Proefrit maakte is daaruit gekomen met nieuwe energie, een helder verhaal en vastberadener dan ooit om hun droomjob waar te maken. Ze hebben boeiende projecten binnengehaald, een opleiding gestart of op andere manieren hun droomjob verder gebracht. Na jaren van fantaseren heeft de Proefrit in een paar dagen hen de kracht gegeven om in actie te komen.
Deels was het een leereffect – de concrete kennis die zij hebben gekregen over de onderneming van hun dromen. Deels was het de mentor die hun hand vasthield, hun zelfvertrouwen een boost gaf en hen hulp bood. Deels waren het de contacten die zij maakten, die het maken van de volgende stappen eenvoudiger maakten.
Maar het belangrijkste van allemaal, naast deze praktische zaken, was iets anders. De Proefrit in jouw Droomonderneming ontwaakte en gaf energie aan iets diep in henzelf, een gedeelte dat voorheen sluimerde en dat, eenmaal wakker geworden, weigerde om genegeerd te worden. Weet dat je als je een droomonderneming overweegt dat het niet alleen gaat over hoe jij jouw uren op het werk besteedt. Het gaat over het verbinden van jouw werk – leven met jouw diepste gevoel over jezelf. Het gaat erom werk te hebben dat je met passie doet, dat je energie geeft in plaats van uitput, waar je van voelt dat het van betekenis is.
WAAROM DEELNEMEN AAN PASSIE PENSIONEERT NOOIT?
1. Om een proefrit in jouw droomjob te maken voor je jezelf committeert
2. Om een mentor te vinden
3. Om de ins en outs van een onderneming te leren kennen
4. Om contacten in de bedrijfstak te leggen
5. Jouw zelfvertrouwen te verhogen
6. Om een passie te exploreren
7. Om jouw nieuwsgierigheid te bevredigen over ‘ the road not taken’
8. Om mogelijke loopbanen te testen wanneer je nog niet weet wat je wilt
9. Om een ongebruikelijke, opwindende reis te maken
10. Om iets nieuws uit te proberen en jezelf op nieuwe manieren uit te dagen
11. Om een nieuw verhaal te krijgen over jouw huidige onderneming, job, lifestyle en toekomst
12. Om verbinding te krijgen met iets dat in jou sluimert.
Wil je weten hoe de Proefrit in jouw Droomjob werkt? Klik op één van de links hieronder.