Wat is mijn grootste passie in mijn werk?
Mijn passie in mijn werk is dat ik houd van voldoening behalen in mijn werk, van nut zijn en bijdragen aan de missie van de organisatie en dat uitdragen. Daar geniet ik van! Purpose krijgt daarin veel aandacht. Meestal wordt dat toebedeeld aan de jongere generatie (millennials). Toch zijn er ook veel professionals die na een aantal werkzame jaren op zoek gaan, naar wat hun daadwerkelijk plezier brengt. Voor mij is dat communicatie en creatie. Verbinden en vertalen, tussen mensen en de strategie naar de operatie en omgekeerd, het allerliefst in een maatschappelijk, relevante context.
Wat is mijn idee van ultiem geluk?
Geluk als iets op zich zelf staand, daar geloof ik niet helemaal in. Het leven kan niet helemaal of alleen gelukkig zijn, brengen. Wel geloof ik met volle overtuiging in gelukkige momenten. En gelukkige momenten delen. In mijn gelukkige momenten ervaar ik dat ook intens. Ik houd van onder de mensen zijn, en beleving. Roald Dahl zegt daarover: “And above all, watch with glittering eyes the whole world around you because the greatest secrets are always hidden in the most unlikely places. Those who don’t believe in magic will never find it.”
Wat is mijn grootste angst?
Angst is net zoals bang (zijn) een woord dat verlammend werkt en dat je eerder gebruikt, terwijl er ook alternatieven en synoniemen zijn, die de lading beter dekken. Angst helpt je niet vooruit. Je kan ook denken aan behoedzaam, waakzaam of bezorgd zijn. Angst heeft een signalerende functie en zo beschouwd is het nuttig. Ik denk dat teveel angst een beperkende werking heeft, het weerhoud je van zoeken naar mogelijkheden of oplossingen. Wanneer angst voortvloeit uit bedreigende of ernstige situaties is het natuurlijk anders. Dan is het je goed recht om angst te voelen en toe te laten.
Waar houd ik het meest van aan mijn werk?
Ik houd van zelfstandigheid, ruimte om zelf zaken te onderzoeken, ondernemen en op te bouwen. Enige mate van vrijheid om te handelen en initiëren zonder het grotere geheel en de gestelde doelen uit het oog te verliezen. Sterker nog, het is mijn leidraad en ik zal daarin niet alleen opereren. Anderen erbij betrekken. De smeerolie in de radar, hoorde ik daarover zeggen en ik vind het passend.

Foto door: Anabel Gomes
Wat is mijn minst aantrekkelijke eigenschap?
Dat vind ik bedenkelijk te benoemen of te overdenken. In mijn generatie vrouwen zijn we opgevoed met het harmoniemodel. Zorgend en ook wel dienend zijn. Ik en veel van mijn leeftijdsgenoten hebben zich daarnaar gevoegd. Eigenlijk heb ik daar geen zin meer in en wil ik me daar tegen verzetten en uitspreken. Een minst aantrekkelijke eigenschap of kwaliteit zou ook niet de overhand moeten krijgen. Iemand is de optelsom van het geheel, met betere en mindere eigenschappen. Dat ik uitgesproken ben, kan zowel positief als negatief gewaardeerd worden. Overwegend vul ik “uitgesproken zijn” zorgvuldig en positief in, hoe dat ontvangen wordt, is afhankelijk van andermans normen en waarden, referentiekader en perceptie. Dat ik (ook) een doorzetter ben en volhardend, wordt dan wel ervaren als drammerig. Met de wetenschap van de kernkwaliteiten van Ofman ben ik geneigd veel te relativeren. Is het dan mijn gebrek aan geduld met autoriteit ingevuld als autoritair gedrag?
Wat is mijn grootste valkuil?
Mijn enthousiasme is mijn grootste drijfveer. Op mijn enthousiasme ga ik “aan”. Dat heeft te maken met mijn werk, zaken waarvoor ik me interesseer, de mensen die ik ontmoet en dansen als mijn passie. Ik zie daarbij overwegend mogelijkheden. Daarbij dringt dan het “ik wil alles” zich op. Gelukkig word ik in balans gehouden door realisme, de ervaringen dat níet alles voor mij bestemd is, of nú dient te gebeuren. Het is wel mijn vlammetje in mijn bestaan. Pas als ik vanuit enthousiasme in de overdrive raak, word ik alert. Dan zou het mijn valkuil kunnen zijn.
Wanneer zou ik liegen?
Zou ik liegen? Misschien zou ik een leugentje om bestwil gebruiken, maar nog liever zou ik de voorkeur geven aan mezelf uitspreken of wanneer dat beter past, te zwijgen. Mijn kinderen heb ik opgevoed met het motto: “als je liegt tegen mij, lieg je eigenlijk tegen jezelf”.
Welke personen in mijn professie, die nu leven, bewonder ik het meeste?
Michele Obama en Máxima hebben en hadden mijn bewondering, als rolmodellen. Bijzonder zoals zij beiden bij verschillende gelegenheden in ontmoetingen met mensen met hele diverse achtergronden verbinding kunnen maken. Contact kunnen leggen in welke situatie dan ook. Beiden hebben ze zich in een hele nieuwe positie, zich deze plek bijzonder vaardig eigen gemaakt. Inmiddels in mijn belangstelling voor Maxima verwaterd, mijn waardering voor het Koningshuis is aan het afbrokkelen en daar ben ik niet de enige in. De bevoorrechte positie, verworven door vererving, huwelijk en geboorte zie ik niet meer zitten. Het boek “Becoming” van Michele Obama en vele verhalen, die vertellen over het gebrek aan inclusiviteit en bevoorrecht zijn door privileges, hebben dat versterkt. Ik heb grote bewondering voor “strijders en veranderaars”. Aletta Jacobs waardeer ik dus meer dan Máxima. De biografie van Neelie Kroes laat ook zien hoe zij haar carrière richting gaf. Verandering bereik je door “clash, connect & incorporate” leerde ik uit het boek “Iedereen Inc. van Women Inc.. Clashen, moedwillig willen en kunnen botsen om bewustzijn te creëren. Daar heb ik bewondering voor. Het vraagt erom dat je kunt zien en vertellen waar je of we naar toe willen. Hoe kan je dat overbrengen en hoe ga je om met de weerstand. Dat fascineert me enorm. Díe voortrekkersrol zal ik niet nemen. Maar de verbinding maken, daar zie ik wel mogelijkheden in. Tenslotte is het ook goed om te weten dat leiderschap en verandering niet altijd op grote schaal hoeven plaats te vinden. Kleine en herhaaldelijke stappen maken uiteindelijk ook veel impact, samen met een lange adem.
Wie zijn mijn helden en heldinnen in real life?
Bedtijdverhalen voor rebelse meisjes. Ik denk dat die verhalen mijn heldinnen vertegenwoordigen. Waargebeurde verhalen over echte meisjes en vrouwen, die de wereld hebben veranderd. Deze moet ik nog maar eens op mijn verlanglijstje zetten. Daarnaast een bladerboek wat ik heb, is gebaseerd op historisch onderzoek, 1001 vrouwen in de 20e eeuw. Met een fascinerend beeld van de lange weg van emancipatie en roldoorbreking die vrouwen hebben afgelegd. Heldinnen oogsten bewondering, hebben wellicht aanzien. Toch zijn er ook vele vrouwen die niet als heldin gezien of gewaardeerd worden. De manier waarop ze zich staande houden of manifesteren kan onvoldoende opgemerkt zijn. Denk aan mantelzorgers, nieuwkomers, vrouwen in een beroep waar ze de eerste of een uitzondering zijn. Alleenstaande moeders, de moeders uit de Toeslagenaffaire, vrouwen die ongebruikelijke keuzes maken. Zonder heldenstatus of heldhaftig optreden. Eveneens heldinnen, al kennen we hun namen niet.
Waar houd ik het minst van aan mijn werk?
Als mijn werk weinig variatie kent, uitdaging of ontplooiingsmogelijkheden, niet gewaardeerd wordt, dan verlies ik mijn enthousiasme. Dan zou ik eigenlijk niet aan het werk moeten beginnen of op die werkplek blijven zitten. Natuurlijk zijn er mindere klussen of werkzaamheden waaraan je niet ontkomt en dat is niet erg. Zodra het een hoofdbestanddeel wordt, dan houdt het op voor mij. Alleen werken om geld te verdienen, dat gaat me niet lukken.
Waar en wanneer was ik het meest gelukkig met mijn werk?
Eén meest gelukkig moment kan ik me niet herinneren. Werkplezier, samenwerkingen en mooie leermomenten vieren de boventoon. Zelfs toen ik door de reorganisatie werd ontslagen, had ik nog een jubileumfeest in het verschiet. Wel met een dubbel gevoel, maar vooral met een blik op de toekomst. Het mooiste was omringd te zijn met mijn collega’s en in het zonnetje te worden gezet. We vierden het in het restaurant waar daarvoor onze voormalige kantoorlocatie was. Mijn dansleraar trad op als dj, mijn collega’s werden overgehaald om de beginselen van het dansen te leren. En ik, deed een demo. De dansleraar en ik. Iets wat ik anders nooit zou doen. Het gaf mijn collega’s een inkijkje in mijn passie voor dansen. Mijn work/life-balance. Dezelfde toewijding.
‘Passie Pensioneert Nooit’ spreekt me aan. Ik ben opgegroeid en opgevoed zakelijk gezien dan, bij een pensioenverzekeraar, waar ik een geweldige tijd heb gehad en een jubileummijlpaal heb behaald. Het verlies van mijn werk tijdens een reorganisatie betekende niet het verlies van inkomen, als was dat wel zo. Ik verloor een stuk betekenis, zo ervoer ik dat. Na veel omzwervingen denk ik dat ik nu een plek heb gevonden bij een bedrijf dat volop in ontwikkeling is, en waarbij maatschappelijke relevantie een groot onderdeel is. Dit werk of soortgelijk werk hoop ik tot mijn pensioen te kunnen doen. Niet vanuit de gedachte, “ik moet nog veertien jaar”, wel hoe maak ik er nog vele mooie jaren van. Zo heb ik ook veel aan vrijwilligerswerk gedaan om me te ontwikkelen en te ontdekken waar ik dan de baan zou vinden die het beste bij me paste. Als mijn werkzame leven zou ophouden vanwege pensioen, dan zou ik op zoek gaan naar een manier hoe ik onder de paraplu “mens, werk en maatschappij” een rol zou kunnen invullen.
Zou ik mezelf willen veranderen?
Nee. Ik denk dat het bevrijdend is, als je tevreden bent met jezelf. Dat geeft innerlijke rust. Het oordeel van een ander hoeft niet zwaarwegend te zijn, het is mooi als je een krachtig innerlijk kompas hebt, waarop je kunt varen. Mezelf ontplooien en ontwikkelen, dat vind ik wel belangrijk.
Wat is mijn grootste professionele prestatie tot nu toe?
De professionele ontwikkeling benoemde ik in een sollicitatiegesprek als een prestatie waarop ik trots ben. Voor een buitenstaander is dat te abstract. Zelf kan ik daarbij terugblikken op de verschillende functies waarin ik me heb ontwikkeld. Tastbare resultaten zijn een artikel in een vakblad voor professionals, een interview in een tijdschrift en bijdragen aan andere artikelen. Trots ben ik ook op twee Engelstalige artikelen die zijn geschreven voor een internationale vrouwenorganisatie. Bij het schrijven van mijn dagboeken op de lagere school had ik me dat nooit kunnen voorstellen.
Wat is mijn meest waardevolle bezitting?
Mijn meest waardevolle bezit is drieledig en in samenhang. Mijn gezondheid. En tevredenheid. Samen met mijn kinderen en aangevuld met mijn familie. Die familie is niet de letterlijke familie, die omvat ook mijn vrienden. De gemeenschapsgedachte. Ohana, Hawaiiaans, “nobody will be forgotten”, en “it takes a village to raise a child” en “Ubuntu, because we are”. Zoals welzijn boven welvaart.
Wat is mijn meest markante karakteristiek?
Ik heb een enorme voorliefde voor hakken, net zoals mijn moeder. Je kan me er vaak op uittekenen. Dansen zonder hakken is als naar de sportschool in pyjamabroek, bij wijze van spreken. Hakjesdag is een van mijn persoonlijke hashtags. En ik heb een motto vertaald; “alleen ga je sneller en samen kom je verder”. De mijne is: “zonder hakken maak ik fysieke meters, met hakken maak ik inspirerende meters”. Ontwerpster en styliste Iris Apfel roept bij mij een glimlach op. Vanwege haar uitgesproken verschijning en de verklaring daarvoor. “When the fun goes out of dressing, you might as well be dead.” en ook “I don’t dress to be stared at, I dress for myself.”

Foto door: Anabel Gomes
Welke muziek wil ik beluisteren op mijn laatste dag?
Mijn laatste dag, dat is iets waar ik nog niet te veel over na wil denken. Ik ben nog op zoek naar een waardevolle invulling van mijn werkplezier. Mijn laatste dag ligt hopelijk ver na mijn pensioen. De afgelopen twintig jaar heb ik een stevige voorkeur ontwikkeld voor salsa- en bachatamuziek. Dat kan ik elke dag luisteren, in de ochtend, de avond, in de file en natuurlijk op de dansvloer. Een salsanummer dat recht doet aan mij en wat zou passen op mijn begrafenis, daar laat ik wel eens mijn gedachten over gaan. Het energieke en opzwepende van “As” (I will love you always) van George Michael in duet met Mary J. Blige in ieder geval wel. Dat nummer voelt als een handreiking naar de mensen, terwijl ik dat dan zelf niet meer kan doen. En met een knipoog denk ik wel eens aan het nummer “Martha” van Tom Waits, over hij die long distance belt naar zijn oude geliefde en herinneringen ophaalt en reflecteert dat het goed was. “Y me siento bien”, de Cubaanse salsaversie van “I am feeling fine” (a new day, a new dawn), zou uitstekend passen. Het goede gevoel laten overheersen, net zoals het zien van nieuwe kansen. Zonder de betekenis te kennen zong ik in mijn jeugd het refrein “Que Sera Sera” van Doris Day. Een vrij gedateerd en stereotype liedje, rolbevestigend, zoetsappig en niet stoer en ervarend als een soort gelatenheid. De kracht daarentegen vind ik het relativerende en het beschouwende omdat we niet overal invloed op hebben. De uitvoering van zangeres IMA maakt het charmanter. Ik hoop dat hedendaagse moeders zouden zeggen, neem het lot in eigen handen, laat je niet afleiden en volg je ambitie als je daar gelukkiger van wordt!
Welke boeken hebben mijn leven beïnvloed en hoe? Wie zijn mijn favoriete schrijvers?
Ik heb geen bijzondere voorkeur voor bepaalde films of boeken. In mijn jeugd las ik de Readers Digest van mijn opa. En bij mijn (andere) oma las ik alle Libelles en Margrieten, omdat het voorhanden was. De tijdschriften van mijn opa wakkerden interesse voor infrastructuur, technische hoogstandjes en reddingsoperaties aan. Het feministische zaadje is geplant terwijl ik las over Neelie Kroes en Hedy D’Ancona voorvechtsters in de emancipatiestrijd. Net zoals Iteke Weeda, sociologe die maatschappelijke contexten uitlegde. Documentaires hebben mijn voorkeur of films over historische gebeurtenissen of biografische verhalen. Hoe steekt de wereld en de samenleving in elkaar.
Wat zegt de uitspraak ‘De Financiële Vrijheid om te Creëren” mij?
Deze uitspraak maakt me peinzend. Soms zet ik mijn vraagtekens bij de manier waarop onze maatschappij, de economie en de wereld is ingericht. Grote ongelijkheid en veel economische en sociale onrechtvaardigheid. Leven we om te werken of werken we om te leven? Stelselmatige en schrijnende kansenongelijkheid. Mijn creativiteit kon ik kwijt in vrijwilligerswerk waaruit ik voldoening haalde. Alleen oneindig onbetaald werk doen, terwijl anderen inkomen ontvangen en pensioen of reserves opbouwen gaat toch wringen. Welk werk drukken we in waarde of geld uit? Welk werk betalen we wel en welk werk betalen we niet en waarom niet? Creativiteit kan je niet afdwingen, “creativiTIJD” heeft soms voorwaarden nodig. Rust en ruimte om inzichten op te doen, verbanden te leggen, inspiratie op te zoeken.
Met wie zou ik in 2021/2022 graag willen werken? Naar welk project, in 2021/2022 kijk ik uit?
Waar ik naar uitkijk, is de verdere professionele ontwikkeling binnen mijn baan. Daar zijn onderwerpen te ontdekken en te onderzoeken. Het bedrijf en hun werkveld breed onder de aandacht brengen, daar kijk ik echt naar uit. Voor mezelf betekent dat dan vakgenoten ontmoeten in het gebied van communicatie en marketing, maar ook op het gebied van duurzame klimaatinstallaties en energie leveren. Welke organisatie en journalisten houden zich hiermee bezig? Gendergelijkheid en inclusiviteit blijft ook op mijn netvlies, dus die ontwikkelingen blijf ik ook volgen. Samen vallen ze ook onder de noemer van SDG’s, Social Development Goals. Een betere wereld begint bij jezelf, maar hoe gaaf is het als je er op professioneel niveau ook aan kunt bijdragen?!
Waar kun jij mij en mijn werk zien of ontmoeten in 2022?
Deels via mijn LinkedIn of anders via een netwerkgesprek. Dat levert leuke en inspirerende ontmoetingen op.
Welke mensen in mijn professie zou ik graag willen ontmoeten in 2021/2022?
Wie zou ik dan willen ontmoeten? “Que sera sera…..” What ever will be, will be….”